Gisteren moest ik langs de security scanner van Schiphol voor een vlucht binnen de EU, binnen het Schengengebied, waar vrij verkeer van personen en goederen geldt. U weet wel.
Ik stapte uit de bodyscanner en meteen sprak een geuniformeerde Neder-Koreaanse medewerkster met afzakkende bril mij verveeld aan of ze mij mocht fouilleren. Voor ik het wist had ik ja gezegd en begon ze mij te betasten. Ik droeg alleen een zomerjurk waarin ik onmogelijk contrabande of wapens had kunnen verstoppen. Het was dan ook geen fouilleren. Ze leek me te omhelzen, bevoelde de curves van mijn heupen, mijn billen, mijn buik, mijn borsten, als een blinde die wel eens wou zien hoe een vrouw eruitzag, of als een nieuwsgierige lesbienne die haar kans schoon zag.
Misschien verbeeldde ik het me en toen ik mocht doorlopen probeerde ik de gedachte meteen weer van me af te schudden. Maar toen ik een paar meter verderop alle attributen uit het schuifbakje aan het opbergen was en omkeek, zag ik dat de beveiligingsmedewerkster weer een andere vrouw aan het betasten was, uitgebreider nog dan bij mij, zelfs aan de binnenkant van haar dijen, tot hoog in de liezen. Ik bleef even staan kijken met mijn handen in mijn zij rn een cynische blik, maar liep toen toch maar snel door. Het was niet verstandig teveel aandacht van de beveiliging te trekken. Ik weet niet hoeveel een lichaamsscan kan zien, maar het fouilleren leek mij volkomen overbodig. Zoveel is wel duidelijk: deze Neder-Koreaanse heeft de baan van haar leven.