Het is nog lang niet zo ver. En niemand denkt er nog aan. Maar toch vroeg ik me vandaag af: zou Sinterklaas dit jaar wel naar Nederland komen?
Hij woont in Spanje en daar hebben ze een crisis. Oké, die hebben wij ook, maar in Spanje is het veel erger. Daar krijgt zowat niemand meer pensioen. Sint ook niet. Van cadeautjes kan dus helemaal geen sprake zijn. En een Sinterklaas kan onmogelijk met lege handen in het rijke Nederland verschijnen. Dan wordt hij uitgejouwd en weggehoond en als hij pech heeft halen we hem ook nog kiel. Nu is de Goedheiligman heus wel wat gewend. Hij gaat per slot al jaren mee. Een ouwe taaie, zogezegd. Al jarenlang wordt hij beschuldigd van racisme omdat hij zwarte knechten heeft. En dat hij zo van kinderen houdt wordt hem nu ook aangerekend, met zijn bisschopsmantel en zijn rode mijter. De Sint heeft een dikke laag eelt op zijn ziel waarmee hij ongebroken door december komt.
Maar wat nu als hij besluit om dit jaar weg te blijven? ‘Jullie doen maar zaken met de Kerstman. Ik sla een jaartje over’. Dan zou het land ook weer te klein zijn. Dan krijgt hij ook de volle laag. ‘Lafbek’, roepen we dan. ‘Je doet onze kinderen verdriet! Je denkt alleen maar aan jezelf en aan ons denk je niet. De Kerstman? De Kerstman? Het is hier toch geen Amerika?’
Sint staat dus voor een dilemma en al zijn zwarte adviseurs breken zich het hoofd over een oplossing. Er wordt een vergadering belegd en elke Piet zegt er het zijne van. Sint buigt zijn hoofd in diep gepeins. ‘Sint zit nu een tijd te denken, of hij de Nederlanders iets kan schenken’, mompelt hij. ‘De banken zijn bankroet, dat is helemaal niet goed’.
De Pieten schenken Sint nog maar een kopje koffie in. Ze willen hem net de suikerpot aangeven als hij met een ruk overeind komt. ‘Eureka!’, roept hij, want hij komt oorspronkelijk uit Griekenland. ‘Dat is geweldig! Dat gaan we doen!’ De Pieten kijken hem hoopvol aan. De Sint heeft een idée! Wat zal hij bedoelen? Maar Sint zwijgt nu weer in alle talen. ‘Wat? Wat gaan we doen??’, roepen de Pieten door elkaar. Een antwoord krijgen ze niet. Sint verlaat glimlachend de vergaderzaal, met mijter, staf en al en laat de Pieten verbijsterd achter. Nu weten we nóg niet wat er rond 5 december zal gebeuren. De Pieten niet, en wij ook niet. Nog 122 nachtjes zal de wind waaien en de maan schijnen door de bomen. De kas raakt leeg, de bank failliet, en niemand weet of hij zal komen.