Zojuist heb ik een vlinder gered van de verdrinkingsdood. Ik vond hem gehavend in een bakje met water in de achtertuin. Voorzichtig viste ik hem er met een blaadje uit. Vliegen kon hij nog niet, daarvoor waren zijn zachte vleugels te doorweekt. Ik legde hem in de zon te drogen. Hij flapperde even moedeloos met zijn vleugel alsof hij ‘laat maar’ tegen me zei en bleef toen stil liggen.
Ben ik nou zijn leven zinloos aan het verlengen, vroeg ik me af. Kan ik hem niet beter uit zijn lijden verlossen? Hoe doe je dat met een vlinder? Toch zeker niet met een oneerbiedige vliegenmepper?
Ik besloot het “nog even aan te zien”. Woorden waarin dokters hun besluiteloosheid graag verpakken. Ik beet op mijn nagels en bleef kijken. Na een paar minuten begon de vlinder weer te flapperen. Steviger deze keer. Eén natte vleugel kwam los van de grond. De andere hielp ik een beetje loskomen.
Zojuist is de vlinder weggevlogen.
Einde bericht.