Mijn moeder kwam uit een katholiek gezin van negen kinderen. Ze woonden eerst in Noord-Brabant en later in Utrecht en ten slotte in De Bilt. Mijn grootmoeder stierf al op 62-jarige leeftijd, dus haar heb ik nooit gekend. Mijn grootvader wel. Hij hield het een stuk langer vol (1892-1983). Wij noemden hem grootvader. Grootvader De Bilt.
Hij had een witte baard die nogal prikkelde als je hem een zoentje gaf. In de jaren veertig en vijftig trouwden zijn negen kinderen zo voor en na allemaal en de familie dijde snel uit. Binnen een jaar of twintig verzamelde mijn grootvader 32 kleinkinderen. Hij noemde ons allemaal knolleke, op z’n Brabants, omdat hij onze namen niet kon onthouden. Het was een vriendelijke man. Tenminste in de tijd dat ik hem meemaakte. Dat was niet altijd zo geweest, liet mijn moeder wel eens doorschemeren. Veel wou ze er niet over kwijt, maar grootvader moet vroeger erg streng geweest zijn, terwijl grootmoeder juist alles toestond.
Eerste zondag in maart
Elk jaar op Grootvaders verjaardag in maart kwam de hele familie vanuit heel Nederland bijeen. Eén van zijn zonen was geëmigreerd en woonde met zijn gezin in Nieuw Zeeland, die kon er natuurlijk niet bij zijn, maar de rest deed zijn uiterste best om op de eerste zondag van maart naar De Bilt te komen.

Zijn vijf dochters
Drie van de vier zonen en vijf dochters met schoonzonen- en -dochters, een stuk of dertig kleinkinderen die soms ook alweer een vriendje of vriendinnetje of zelfs al een baby mee konden nemen: dat paste natuurlijk niet in het kleine huis van grootvader. Daarom werd ieder jaar het houten clubgebouwtje van de padvinderij afgehuurd, pal achter de katholieke kerk aan de Kerklaan in De Bilt.
Wij knollekes konden buiten op het speelplein van het Scouting-gebouw verstoppertje spelen of basketballen of geheimen delen met onze nichtjes of neefjes, terwijl onze ooms en tantes binnen aan de lange houten tafels zaten bij te kletsen, foto’s uitwisselend, rokend en koffie, thee of bier uit plastic bekertjes drinkend, en warme loempia’s of nasi happend die mijn vaardige Indische tante elk jaar voor iedereen had klaargemaakt. En grootvader daar dan tussenin, met zijn witte baard en met vingers een liedje trommelend op de leuning van zijn stoel. Ik denk dat het ‘In een groen groen knollenland’ was.

Cor van Bavel
Hallo,
Wat leuk om te zien! Via tante Elly heb ik dit stukje gelezen. Ik ben de jongste van 4 van Anneke en Henny, kleindochter van opa en oma Luijten- van Bavel 😊(mijn oma staat rechts op de foto). De foto van grootvader (zoals ook wij hem noemden) herken ik uit duizenden, ook al heb ik hem niet gekend (ik ben van 1980).
Vriendelijke groetjes!