Een jaar of wat geleden hoorde ik in What the #$*! Do We (K)now!? dat de Indianen in Zuid-Amerika de aanstormende schepen van Columbus en kompanen niet zagen aankomen, hoewel de Indianen massaal op het strand naar de zee stonden te turen. Dat kwam, legde de commentator uit, omdat deze mensen nog nooit van zeeschepen hadden gehoord en niet wisten dat er zoiets bestond. En als je niet weet dat het kan, dan zie je het niet.
Dit heb ik nooit geloofd. Hoe blind moet je zijn om gewoon niets aan de horizon te zien verschijnen? Dat je niet weet dat het schepen zijn, soit. Dat je niet weet dat er mensen op zitten, soit. Maar dat je gewoon niets ziet, dat kan domweg niet. Voor mijn part denk je dat er een hoge golf aankomt, of dat de lucht een rare wolk heeft laten zakken. Maar je kan niet volhouden dat de zee er op die dag net zo uitzag als op andere dagen. Maar de commentator hield vol. Het was iets psychologisch. “Wat je niet kent, dat zie je niet”.
In onze samenleving, waarin we de afgelopen eeuwen zoveel nieuwe dingen hebben zien komen waarvan we niet wisten dat ze konden bestaan, werkt de psychologie niet op die manier. Misschien kennen we wel een variant. Die zou alsvolgt kunnen luiden: “Wat niet mag, of onwenselijk is, dat zie je niet”. Er rijdt een auto tegen het eenrichtingsverkeer in. “Dat kan niet!”, roep je. Het kan niet zo zijn dat … De multiculturele samenleving is mislukt. “Dat kan niet!”, roep je. Dat kan niet want dat willen we niet.
Het kan niet dat ik schepen zie naderen want ik weet niet dat ze bestaan. Het kan niet dat je iets niet ziet omdat je Indiaan bent in Zuid-Amerika. Dat kan gewoon niet. Punt.